Emigratie Noorwegen


algemene informatie
Noorwegen ligt in de noordwesthoek van Europa en wordt omringd door de Barentszzee in het noorden, de Atlantische Oceaan in het westen en de Noordzee in het zuiden. Aan de oostkant grenst Noorwegen aan Zweden, Finland en Rusland.

INLEIDING
Het koninkrijk Noorwegen omvat de eilandengroep Spitsbergen en het vulkaaneiland Jan Mayen in het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan. Noorwegen heeft ook territoriale belangen op het antarctische continent (Peter I Eiland en de sector Queen Maud Land) en in de Zuidelijke IJszee (Bouvet Eiland).

De naam Noorwegen is al terug te vinden in Engelse en Franse aantekeningen uit de negende eeuw, waarin het land Nortuagia, Norwegia en Nordweg wordt genoemd. Het is niet definitief vastgesteld wanneer Noorwegen werd bevolkt, maar er zijn nederzettingen gevonden die waarschijnlijk 8000 tot 10.000 jaar oud zijn, dat wil zeggen uit de oudere steentijd.

Aan het einde van de negende eeuw werd Noorwegen tot één koninkrijk verenigd. Ongeveer honderd tot twee honderd jaar later werd het land gekerstend en kreeg het een steeds nauwer contact met de christelijke cultuur van West-Europa. Noorwegen vormde van 1380 tot 1814 een unie met Denemarken, waarna Noorwegen in een nieuwe unie met Zweden belandde. Deze unie werd in 1905 opgeheven, toen Noorwegen weer een zelfstandige natie werd.

FLITSEN UIT DE GESCHIEDENIS VAN NOORWEGEN
De geschiedenis van Noorwegen wordt vaak in verband gebracht met de vikingtijd van 800 tot 1000 na Christus. Gedurende die periode voeren Noorse vikingschepen naar de Kaspische Zee in het oosten en naar Ierland in het westen. Ze staken de Atlantische Oceaan over naar Groenland en Noord-Amerika, zeilden via de Middellandse Zee naar Constantinopel (Istanbul) en stichtten koloniën op IJsland, de Faeröer, de Shetlandeilanden en in Normandië in Frankrijk.

In de daaropvolgende eeuwen kreeg het christendom een steviger grip op Noorwegen. De steden Nidaros (nu Trondheim), Oslo en Bergen werden als bisschopzetels gesticht en de koninklijke macht werd tot 1380 geconsolideerd toen Noorwegen in een unie met Denemarken belandde. Het handelsverkeer met Europa nam toe, vooral met Noord-Duitsland, en de hanzeaten kregen grote invloed in Bergen. Met de reformatie verloor de rooms-katholieke kerk in Rome haar macht en het lutherse geloof werd ingevoerd.

In de periode tot 1814 verloor Noorwegen zijn bezittingen in het westen. Middelen van bestaan als zagerijen, haringvisserij en ijzersmelterijen namen toe. Scandinavië werd door verschillende oorlogen geteisterd. Bij het traktaat van Kiel van 1814 moest Denemarken Noorwegen aan Zweden afstaan. Noorwegen kreeg op 17 mei van datzelfde jaar zijn eigen grondwet, maar na een korte oorlog werd Noorwegen in een unie met Zweden gedwongen. Die duurde tot 1905, toen Noorwegen weer een zelfstandig koninkrijk werd met Haakon VII als koning.

Aan het eind van de 19e eeuw beleefde de Noorse scheepvaart haar gouden eeuw. De eerste spoorlijn tussen Oslo en Eidsvoll werd in 1854 aangelegd en de eerste grote emigratiegolf naar Noord-Amerika kwam op gang. De bevolking ging van landbouw voor eigen consumptie over op landbouw voor verkoop van producten en Noorwegen maakte een omvangrijke industrialisatie en urbanisatie mee, terwijl er tegelijkertijd grote sociale hervormingen plaatsvonden.

De eilandengroep Spitsbergen werd in 1920 verworven, de economische wereldcrisis bereikte Noorwegen en in 1935 kwam de Arbeiderspartij voor het eerst aan de macht. Onderbroken door de Tweede Wereldoorlog en de Duitse bezetting (1940-1945), regeerde deze partij Noorwegen tot ver in de jaren zestig. Het land werd in 1949 lid van de NAVO na de expansie van de Sovjetunie in Oost-Europa.

Na de oorlog bestond de belangrijkste sociale en politieke taak uit de wederopbouw en de modernisering van de economie en het bedrijfsleven. De kleine dorpen op het platteland raakten in aanzienlijke mate ontvolkt en de bevolkingsdichtheid in steden en grotere dorpen nam toe.

Na een sterke economische groei in de jaren vijftig en zestig kwam in 1973 de oliecrisis, waardoor alles stagneerde. Niet-socialistische en sociaal-democratische regeringen waren afwisselend aan de macht, de immigratie van gastarbeiders nam toe en het milieubewustzijn kwam opzetten.

De Noren zeiden voor het eerst nee tegen het Noorse lidmaatschap van de EU in een referendum in 1972. Een nieuw referendum in 1994 leverde nogmaals nee op voor het EU-lidmaatschap. Tegen het eind van de jaren zestig nam de productie van olie en gas een aanvang en zorgde voor een volkomen nieuwe bedrijfstak in Noorwegen, die samen met de automatisering en telecommunicatie in de jaren negentig van groot belang werd.

HANDEL, INDUSTRIE EN ECONOMIE
Noorwegen is een hoog ontwikkeld industrieland en een welvaartsstaat. Traditioneel werken de meeste mensen in de primaire bedrijfstakken, de industrie en bij bouw- en constructiebedrijven. De afgelopen 20 jaar is echter de werkgelegenheid in de openbare sector en in dienstverlenende beroepen toegenomen.

De Noorse staat is rijk aan bos, grond, waterkracht en elektriciteitsbedrijven. De staat wint en produceert samen met particuliere en buitenlandse maatschappijen ook olie en gas op het Noorse continentale plat. Statoil, dat voor 100% eigendom is van de Noorse staat, heeft ook belangen in petrochemische bedrijven aan land.

De hoge materiële levensstandaard in het huidige, moderne Noorwegen berust niet uitsluitend op de natuurlijke bronnen van het land, maar ook op een geleidelijk industrialisatieproces, net zoals dat in andere West-Europese landen is gebeurd. Nadat aan het eind van de jaren zestig met de winning van olie en gas op het Noorse continentale plat werd begonnen, is deze ontwikkeling van de welstand alleen nog maar verder omhoog geschoten.

HANDEL TUSSEN NOORWEGEN EN NEDERLAND
Al sinds de negende eeuw, ten tijde van de Vikingen, is er handel tussen Noorwegen en Nederland geweest. Vooral in de vijftiende eeuw bloeide de handel tussen beide landen op. Hout was het belangrijkste exportprodukt naar Nederland, maar ook vis en visprodukten bijvoorbeeld stokvis, waren in die tijd veel gevraagde produkten.

Met name de steden Amsterdam en Hoorn importeerden in de zestiende en zeventiende eeuw veel timmerhout uit Noorwegen. Eikenhout uit Zuid-Noorwegen, en later ook grenen- en vurenhout, werd voornamelijk gebruikt in de scheepsbouw. Vermeldenswaardig is dat de houten palen waarop Amsterdam is gebouwd uit Noorwegen afkomstig zijn!

Noorwegen importeerde in die tijd voornamelijk haring, kaas, graan, wijn, sterke drank, zout en textielgoederen uit Nederland.

Tegenwoordig zijn de Europese landen nog altijd de belangrijkste handelspartners van Noorwegen. Bijna 80% van de totale Noorse export gaat naar deze landen.
Sinds de middeleeuwen is Nederland een van de belangrijkste handelspartners van Noorwegen. Als men kijkt naar de export van alle goederen (exclusief olie en gas), is Nederland vandaag de zesde grootste handelspartner van Noorwegen in Europa (na Zweden, Duitsland, Verenigde Koninkrijk, Denemarken en Frankrijk). Wanneer de export van ruwe olie en gas wordt meegerekend in de exportcijfers, komt Nederland op de tweede plaats van de Noorse export landen, na het Verenigde Koninkrijk.

De belangrijkste exportprodukten naar Nederland zijn nog steeds vis en visprodukten, waarvan zalm de belangrijkste vissoort is. Noorwegen is tegenwoordig de grootste leverancier van zalm aan Nederland! Hout en houtprodukten worden ook nog steeds op grote schaal naar Nederland geëxporteerd, maar hun aandeel in de export is niet meer zo overheersend als vroeger. Belangrijk is tegenwoordig de export van half-fabrikaten. Hieronder vallen ondere andere papier en karton, ijzer en staal en non-ferro metaalprodukten, "engineering produkten" (waaronder machines, electrische apparaten en electronische componenten). Belangrijke "manufactured" produkten zijn meubelen, voornamelijk projectmeubelen, pleziervaartuigen, leisteen voor vloeren en wanden (het Amsterdamse Centraal Station is voorzien van Noorse leisteen) en meetinstrumenten. De laatste jaren treft men op de Nederlandse markt ook steeds meer toepassingen aan van Noorse software en telecommunicatiediensten (ICT).

Ook wat betreft de import is Nederland een belangrijke handelspartner voor Noorwegen. Voor de totale import van goederen in Noorwegen is Nederland na Zweden, Duitsland, Verenigd Koninkrijk en Denemarken het vijfde belangrijkste importland.
Hoewel de import in Noorwegen van traditionele Nederlandse goederen iets groter is dan de export van Noorse produkten naar Nederland, is Noorwegen met zijn dertiende plaats op de ranglijst van Nederlandse exportlanden toch een belangrijke handelspartner voor Nederland.

De belangrijkste Nederlandse produkten die worden geëxporteerd naar Noorwegen zijn landbouwprodukten en levensmiddelen (bloemen, graan, groente, fruit, thee, cacao, tabaksprodukten, etc.). Daarnaast worden geëxporteerd: chemische produkten (bijvoorbeeld medische en pharmaceutische produkten), organische en inorganische produkten, half-fabrikaten (zoals papier en kartonprodukten), textielgoederen, ijzer en staalprodukten, "engineering" produkten (onder meer machines, elektronica, voertuigen, etc.) en diverse "manufactured" produkten, bijvoorbeeld kleding, meetinstrumenten en fotografische produkten.

De scheepvaart heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in de handel tussen de beide landen. Rotterdam en Amsterdam zijn belangrijke aanloophavens van de Noorse handelsvloot en Noorwegen is nog steeds een van de grootste gebruikers van de Rotterdamse haven. De Noorse (houten) Zeemanskerk in Rotterdam is daar een duidelijk bewijs van. Alhoewel het aantal zeelieden is afgenomen door o.a. de moderne techniek op de schepen, neemt de kerk nog steeds een centrale plaats in voor de Noorse zeelieden en vrachtwagenchauffeurs in Nederland. De Zeemanskerk is onlangs op de monumentenlijst van Rotterdam geplaatst!

In de loop der jaren hebben zich in Rotterdam en omgeving een groot aantal Noorse bedrijven gevestigd die gerelateerd zijn aan de scheepvaart. Voorbeelden zijn o.a.: Det norske Veritas (classificatie en certificatie van schepen), Unitor Ships Service (diverse scheepsprodukten), Frank Mohn (scheepspompen en pompen voor de olie-industrie), Jo Tankers (rederij/management van chemicalien tankers), Odfjell Tankers (scheepsagent), Jotun (scheepsverf), Kongsberg Norcontrol (scheepsbesturingssystemen en - simulatoren), Lys-Line (rederij lijndiensten).

Andere Noorse bedrijven in Nederland zijn o.a. Hydro Agri (kunstmest), Elkem Distribution Center (metaallegeringen), Hydrogas (industriegassen voor o.a. de landbouw), Statkraft Energy (trading in electriciteit), Bergen Energi (energie makelaars), Elopak (emballagesystemen), Håg (kantoorstoelen en -meubilair), Stokke (meubelen), Helly-Hansen (sportkleding), Nor-Dan (ramen en deuren), Norema (keukens), Norske Skog (krantenpapier), Rieber (leisteen), Tomra (retourmachines voor flessen), Superoffice (softwareprogramma's), Active ISP (webhosting) en Telenor (satelliet- en telecommunicatie).

VISSERIJ, LANBOUW EN BOSBOUW
Noorwegen heeft slechts een beperkte hoeveelheid landbouwgrond. Slechts 3% van het oppervlak is vruchtbaar, maar het land heeft rijke visgronden in de zee die voor hoge inkomsten op buitenlandse markten zorgen. De visserij is na olie en gas het belangrijkste voor de export. Noorwegen heeft tegenwoordig een veelzijdige en technologisch geavanceerde vissersvloot en een visserijbeheer dat op een wetenschappelijke en draagkrachtige grondslag is gebaseerd. De laatste jaren zijn viskwekerijen met de productie van zalm en forel een belangrijke tak van industrie met een grote exportmarkt geworden.

De landbouw zorgt voor slechts een paar procent van het bruto nationaal product en landbouwproducten worden slechts in geringe mate geëxporteerd. De natuurlijke omstandigheden verschillen sterk van zuid tot noord. De bedrijfstak wordt gekenmerkt door relatief kleine, goed functionerende bedrijven met een verregaande mechanisatie, waarbij de nadruk ligt op de melk- en vleesproductie, de verbouw van koren voor dierenvoedsel en het houden van kleinvee. De landbouwproductie voldoet voor een groot deel van de behoefte van het land, maar Noorwegen importeert al het graan voor de voedselproductie.

Naast landbouw en visserij zijn er gespecialiseerde industrieën binnen branches als elektronica, meubel- en plezierbootproductie en farmaceutische producten, die op de wereldmarkt zijn gericht. Hetzelfde geldt voor de Noorse bosbouw en papierindustrie, een belangrijke exporteur van papier, karton en cellulose.

INDUSTRIE EN WATERKRACHT
De benutting van de natuurlijke toegang van Noorwegen tot grote waterkrachtbronnen heeft een sleutelrol gespeeld in de industrialisatie en ontwikkelingen van de afgelopen 100 jaar. De waterkrachtbronnen legden de basis voor een elektrometallurgische industrie die tegenwoordig wereldwijd een van de toonaangevende producenten van aluminium, magnesium en ferrosilicium is.

In aansluiting op de waterkracht heeft Noorwegen een aanzienlijke kennis verworven op het gebied van energieproductie en energietransmissie. Waterkracht is een telkens te vernieuwen en haast niet verontreinigende energie. De toegang tot waterkracht heeft er daarom voor gezorgd dat Noorwegen geen energiecentrales nodig heeft die zijn gebaseerd op voor het milieu schadelijke energiebronnen als steenkool en atoomenergie.

SCHEEPVAART
De Noorse scheepvaart en andere activiteiten door schepen berusten op eeuwenoude tradities met de zee als werkterrein. De lengte van de Noorse kustlijn en het maritieme handelsverkeer van het land hebben boten en schepen tot een belangrijk deel van het Noorse economische en culturele erfgoed gemaakt.

De Noorse handelsvloot is tegenwoordig een van de grootsten ter wereld. De schepen vervoeren grote hoeveelheden olie, maar de vloot wordt met name gekenmerkt door de uitvoering van bijzondere transportopdrachten, zoals het vervoer van gas, chemicaliën, steenkool en auto’s. Enkele van de grootste en modernste cruiseschepen ter wereld varen ook onder Noorse vlag.

OLIE EN GAS
Noorwegen heeft de afgelopen 25 à 30 jaar een aanzienlijke olie- en gasproductie ontwikkeld en is vandaag de dag een van de grootste olie- en gasexporteurs van de wereld. Een groot deel van het gas dat momenteel in West-Europa wordt gebruikt, is afkomstig uit Noorwegen. De inkomsten uit de petroleumindustrie vormen ongeveer 30% van de totale export van het land.

Olie en gas hebben op allerlei manieren dezelfde betekenis voor de Noorse industrie gehad als de exploitatie van waterkracht in het begin van deze eeuw. Gelijktijdig met de vergroting van de productiecapaciteit hebben de uitdagingen op het Noorse continentale plat een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kennis en technologie, waarmee de Noorse olie- en gasindustrie boven aan de wereldranglijst is gekomen.

NOORWEGEN IN DE WERELD
Noorwegen heeft altijd al een naar buiten gerichte en internationaal georiënteerde politiek gevoerd. De eerste bekende Noorse vrijheidsstrijder en internationale conflictoplosser was de poolonderzoeker en diplomaat Fridtjof Nansen (1861-1930). Als Hoge Commissaris voor Vluchtelingen van de Volkerenbond (de voorloper van de VN) leverde hij een bijdrage aan het oplossen van de grote vluchtelingenproblemen en hongersnoodrampen na de Eerste Wereldoorlog en de Russische revolutie. Voor dit werk ontving Nansen in 1922 de Nobelprijs voor de Vrede.

Na de Tweede Wereldoorlog vormen de samenwerking binnen de VN en de speciale organisaties van de VN de hoekstenen van de Noorse buitenlandse politiek.

De positie van Noorwegen op het gebied van de veiligheid is geregeld door het lidmaatschap van de NAVO. Noorwegen vormt de noordflank van de NAVO en is een belangrijk onderdeel van de verdedigingsalliantie.

Noorwegen is geen lid van de EU, maar werkt op tal van gebieden nauw met de EU samen. Ongeveer 80% van de Noorse goederen- en dienstenexport gaat naar de EU-landen. Op het gebied van de buitenlandse en veiligheidspolitiek hebben Noorwegen en de EU brede samenwerkingsbelangen, en de ontwikkeling binnen de EU is daarom voor Noorwegen van grote betekenis. In economisch opzicht wordt de band van Noorwegen met Europa gekenmerkt door de aansluiting bij EER-overeenkomst. Het doel van de overeenkomst is om voor Noorse bedrijven dezelfde concurrentievoorwaarden te garanderen als voor het bedrijfsleven binnen de EU en de basis te leggen voor een nauwe samenwerking op gebieden als milieubescherming, onderzoek en opleidingen.

Noorwegen is lid van de Organisatie voor veiligheid en samenwerking in Europa (OVSE), het economische samenwerkingsverband OECD, de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en neemt bovendien actief deel aan regionale organisaties als de Barentszraad, waarin milieu, ontwikkeling en atoombeveiliging in de noordelijke gebieden de hoogste prioriteit vormen.

Daarnaast speelt Noorwegen een actieve rol in internationale vredes- en verzoeningsactiviteiten. De sleutelwoorden hier zijn het Midden-Oosten en Midden-Amerika, waar Noorwegen heeft bijgedragen tot afspraken tussen respectievelijk de Israëliërs en de Palestijnen, en tussen de guerrilla en de regering in Guatemala.

De sturende rol van Noorwegen binnen het milieubeleid heeft op velerlei gebied plaatsgevonden door zowel de autoriteiten als door milieubeschermingsorganisaties, maar ook via de voormalige minister-president Gro Harlem Brundtland en haar rol in de door de VN ingestelde Brundtland-commissie voor milieu en draagkrachtontwikkeling.

Ontwikkelingshulp aan landen in de derde wereld op multilaterale en bilaterale basis, o.a. via het VN-systeem en de Wereldbank, staan ook centraal in de Noorse buitenlandse politiek. Noorwegen draagt momenteel met ongeveer 1% van het bruto nationaal product bij aan ontwikkelingshulp, in nauwe samenwerking met vrijwilligersorganisaties die een belangrijke rol in de hulpverleningspolitiek spelen.

BEVOLKING EN TAAL
Bij de eerste volledige volkstelling in 1769 had Noorwegen 723.618 inwoners. In 1822 passeerde het inwonertal het eerste miljoen. In de jaren 1860 daalde het bevolkingscijfer door moeilijke economische tijden en door de grote emigratiegolf naar Noord-Amerika.

Pas in 1975 passeerde de bevolking de 4 miljoen. Tegenwoordig bedraagt het aantal inwoners ca. 4,4 miljoen, waarvan 32.000 tot de Samische minderheid behoren en 232.000 mensen immigranten zijn.

Met uitzondering van de Samische bevolking, die haar eigen taal en haar eigen cultuur heeft, zijn er in Noorwegen twee gelijkgestelde taalvormen, het bokmål (de boekentaal, gebaseerd op de taalkundige erfenis uit de Deense tijd) en het nynorsk (het nieuwe Noors, gebaseerd op oorspronkelijke West- en Zuid-Noorse dialecten).

De Noorse bevolking is historisch gezien cultureel en etnisch homogeen samengesteld. De grootste etnische minderheid bestaat traditioneel uit de Samen. Hun eigen politieke en sociale instituten, taalonderwijs, cultuur en middelen van bestaan in hun eigen woongebieden zijn na een jarenlange strijd geaccepteerd. De meeste Samen zijn echter in de rest van de samenleving geïntegreerd en er wonen meer Samen in de hoofdstad Oslo dan in de Samische provincie Finnmark.

De afgelopen 30 jaar is het aantal nieuwe etnische minderheiden in Noorwegen toegenomen als gevolg van immigratie, vluchtelingen en werkzoekenden.

BEWONING EN COMMUNICATIE
Noorwegen is een langgerekt land met een geringe bevolking in verhouding tot het oppervlak. Het grootste deel van de inwoners woont in de westelijke en zuidelijke delen van het land. Maar in tegenstelling tot bijvoorbeeld het buurland Zweden, heeft Noorwegen een zeer verspreide bewoning, onder andere verbonden met traditionele middelen van bestaan als landbouw en visserij.

Een overkoepelende politieke doelstelling van de kant van de autoriteiten is om de omstandigheden zodanig in te richten dat mensen buiten de steden en grotere dorpen kunnen wonen. Een wijdverbreid netwerk van veerverbindingen, bruggen en tunnels, lokale vliegvelden, scholen, postkantoren en winkels draagt bij aan het instandhouden van dit bewoningspatroon. Noorwegen heeft daarom een dure infrastructuur, die kleine dorpen, eilanden en vissersplaatsen met dichtbevolkte gebieden en grote steden verbindt.

Er is veel geld geïnvesteerd in de ontwikkeling van moderne telecommunicatie via satellieten en ondergrondse netwerken. Het ondergrondse telenetwerk is volledig gedigitaliseerd en Noorwegen is toonaangevend in de wereld wat betreft de uitbouw van fiberoptische lijnen en ISDN-aansluiting. In verhouding tot het bevolkingsaantal heeft Noorwegen – samen met de buurlanden Finland en Zweden – de meeste mobiele telefoonabonnees ter wereld.

POLITIEKE BESTUURSVORM

Noorwegen is een is constitutionele monarchie. Het van toepassing zijnde staatsbestuur is gebaseerd op de Grondwet van 17 mei 1814, toen Noorwegen uit de unie met Denemarken trad. De Noren die destijds de grondwet schreven, waren sterk beïnvloed door de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd om los te komen van de Britse koloniale macht, en door de Franse revolutie van 1789. De ideeën achter deze omwentelingen waren de soevereiniteitsgedachte voor volken, het machtsverdelingprincipe en de theorie over de onkreukbare rechten van het individu ten opzichte van de staat.
Het Noorse staatshoofd is de koning. De uitvoerende macht ligt overeenkomstig de grondwet bij de koning, maar omdat zijn besluiten in staatszaken mede ondertekend moeten worden door een lid van de regering om van kracht te worden, wordt de regeringsbevoegdheid in werkelijkheid uitgevoerd door het kabinet. Het kabinet is op zijn beurt afhankelijk van het vertrouwen van de door het volk gekozen nationale vergadering, het Storting, het Noorse parlement. Dit is de parlementaire bestuursvorm.

Het Storting wordt om de vier jaar gekozen en bestaat uit 165 vertegenwoordigers. Alle Noorse staatsburgers van 18 jaar en ouder hebben stemrecht bij de parlementsverkiezingen.

GELIJKBERECHTIGING
Noorse vrouwen kregen in 1913 algemeen stemrecht, 15 jaar nadat mannen datzelfde recht kregen. Na verloop van tijd kregen vrouwen steeds betere sociale verzekeringsregelingen en betere opleidingsmogelijkheden en ze gingen steeds meer aan het arbeidsleven deelnemen. De strijd voor de rechten van de vrouw werd in de jaren zeventig heviger en in 1978 werd de gelijkberechtigingswet aangenomen.

Noorse vrouwen hebben de afgelopen 20 jaar een belangrijke rol gespeeld in de Noorse politiek. In 1986 kreeg het land zijn eerste vrouwelijke minister-president, Gro Harlem Brundtland. In haar eerste regeerperiode zaten er 8 vrouwen in het kabinet, en daarna maakte ze vooral indruk binnen de internationale milieu- en gezondheidspolitiek.

De autoriteiten hebben ook een ombudsfunctionaris voor gelijkberechtigingszaken aangesteld die de uitvoering van de wet bewaakt en toetst. Een omvangrijke uitbreiding van openbare en particuliere kinderopvang heeft er ook toe bijgedragen dat vrouwen een betere keuze kunnen maken tussen werken in huis en werken buiten de deur. Tegenwoordig is ongeveer 54% van de Noorse vrouwen fulltime of parttime buitenshuis werkzaam. Jonge vrouwen in Noorwegen hebben vandaag de dag een hogere basisopleiding dan mannen, en meer vrouwen dan mannen kiezen voor een opleiding aan de universiteit of hogeschool. Niettemin zijn er veel meer vrouwen dan mannen werkzaam in beroepen met lage lonen.

SOCIALE OMSTANDIGHEDEN
De gemiddelde levensverwachting voor Noorse vrouwen is 81 jaar, voor mannen is dat 75,4 jaar. De kindersterfte is een van de laagste ter wereld, slechts vier per 1000 geboorten. Deze cijfers weerspiegelen het welvaartsniveau dat sinds 1945 na het einde van de Tweede Wereldoorlog in Noorwegen is opgebouwd. Centraal in de ontwikkeling van het Noorse sociale en gezondheidsstelsel staat de opbouw van het verzekeringssysteem, samengevat in de sociale verzekeringen.

De sociale verzekeringen moeten het verlies van inkomsten vervangen dat ontstaat door werkloosheid, zwangerschap en geboorte, eenouderschap, ziekte en letsel, invaliditeit, ouderdom en overlijden. De sociale hulp is van toepassing als andere particuliere of openbare verzorging niet voldoende is. Opname in het ziekenhuis en andere gezondheidsinstellingen is gratis (met bepaalde eigen bijdragen), en de staat subsidieert de aanschaf van medicijnen voor chronisch zieken. In mindere mate zijn er ook privé-klinieken en andere gezondheidsinstellingen in de grote steden.

De sociale hulp wordt gefinancierd uit de gemeentelijke budgetten en uit subsidies van de sociale verzekeringen door middel van de verzekeringsheffingsbijdrage van de werknemers, de werkgeversbijdrage en subsidies van de staat, onder andere gefinancierd door de inkomsten van de staat uit belastingen en accijnzen op de olie- en gasproductie op het continentale plat. Delen van de olie-inkomsten worden in een fonds gestort ter dekking van toekomstige sociale subsidies.

Naast de inzet in de sociale en gezondheidssector van staat en gemeenten zijn er tal van vrijwilligersorganisaties in het hele land die een belangrijke bijdrage leveren.

SCHOOL, OPLEIDING EN ONDERZOEK
Noorse kinderen hebben – vanaf zesjarige leeftijd – recht op 13 jaar gratis onderwijs aan de basisschool en het voortgezet onderwijs. De eerste 10 jaar zijn verplicht. Voor studenten aan universiteiten en hogescholen worden door de staat leningen en beurzen verstrekt, zowel aan studenten in Noorwegen als aan een voortdurend groter wordend aantal studenten in het buitenland. 25% van de Noorse bevolking had in 1996 een hogere opleiding aan een van de 86 regionale hogescholen en universiteiten voltooid.

De Samische minderheid heeft haar eigen basisscholen, middelbare scholen en leerboeken in het Samisch en een eigen Samische volkshogeschool in Karasjok. Ook wordt uitgebreide scholing in de moedertaal aan immigranten verzorgd.

De laatste jaren is een netwerk van onderzoeks- en opleidingsinstituten opgericht, het zogenaamde “Net van Noorwegen”, dat een bijdrage moet gaan leveren aan een duidelijker verdeling van arbeid en specialisaties binnen de universiteits- en hogeschoolsector.

De Noorse Onderzoeksraad vormt de schakel van de regering met het wetenschappelijke milieu en heeft onder andere als taak om basisonderzoek en toegepast onderzoek te bevorderen. Via de Onderzoeksraad worden subsidies gekanaliseerd voor onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s op het gebied van o.a. mariene technologie en biologie, ruimteonderzoek, milieu en ontwikkeling, atoomonderzoek en informatietechnologie.

Op het terrein van tele- en datacommunicatie en media worden voortdurend nieuwe activiteiten ontwikkeld. Noorwegen is een van de landen met de hoogste investeringen in IT- en teleapparatuur, of er nu per inwoner of in verhouding tot het bruto nationaal product wordt gemeten. De innovatieve werkzaamheden binnen de IT-bedrijfstak zijn op den duur van belang voor verhoging van de levensstandaard en werkgelegenheid in het land.

GEOGRAFIE EN KLIMAAT
Noorwegen wordt gekenmerkt door hoge bergen en fjorden die diep het land insnijden. Bergmassieven bedekken grote gebieden en karakteristieke dalen lopen vanaf de dorpen op het platteland en aan de kust de bergen in.

Ondanks het feit dat Noorwegen hoog in het noorden ligt, wordt het klimaat dankzij zee- en luchtstromen in het Noord-Atlantische zeegebied (de Golfstroom) gekenmerkt door zachte winters. Tegelijkertijd zijn er grote klimaatverschillen tussen landsdelen als Finnmark in het noorden, het westen, het oosten en het zuiden van Noorwegen. In het westelijke deel van het land kruipt de wintertemperatuur zelden onder het vriespunt, terwijl het in het binnenland van Finnmark wel -50º C kan worden.

Het plantenleven is over het algemeen armzalig, zoals te verwachten valt in een land dat zover noordwaarts ligt. Er zijn nauwelijks 2000 soorten bloeiende planten. Loofbossen, die van warmte houden, zijn uitsluitend in de laaglanden van Zuid-Noorwegen te vinden. Groenblijvende bossen bestaan uit dennen en sparren en komen in het hele land voor.

Noorwegen heeft een rijk dieren- en vogelleven. De enige wilde rendierstam van Europa verblijft hier en in de uitgestrekte bossen leeft een groot aantal elanden en reeën. Andere soorten in de Noorse fauna zijn hazen, vossen, wolven, beren, lynxen, herten, sneeuwhoenders, bosvogels, otters, bevers en nertsen. De zeearend is lange tijd met uitroeiing bedreigd, maar broedt tegenwoordig op verschillende plaatsen langs de kust van Noord-Noorwegen.

De meeste zoete wateren in Noorwegen zijn een eldorado voor sportvissers met grote bestanden schar en forel, baars, snoek, witvis, vlagzalm en kwabaal.

De zeefauna varieert sterk van het arctische noorden tot de zuidelijke wateren. In het noorden zijn onder andere tal van zeehond- en walvissoorten te vinden. Op verschillende plaatsen langs de kust worden walvissafari’s georganiseerd.

Op Spitsbergen heerst een bars klimaat en ca. driekwart van de eilandengroep is met ijsgletsjers bedekt. Bijna geheel Spitsbergen is beschermd gebied en voor het rondtrekken op de eilandengroep bestaan strenge regels. Het planten- en dierenleven op Spitsbergen is aan het koude klimaat aangepast en hier treffen we ook de ijsbeer aan – het grootste roofdier van Europa. Op Spitsbergen staan ook enkele van de grootste vogelbergen ter wereld. Rendieren en poolvossen zijn andere veel voorkomende diersoorten op Spitsbergen.

Als onderdeel van de politiek van de Noorse autoriteiten om het biologische veelvoud te bewaren, zijn er tegenwoordig op het vasteland van Noorwegen en op Spitsbergen 18 nationale parken, 86 beschermde landschapsgebieden, 1286 natuurreservaten en 160 andere beschermde gebieden te vinden. 341 waterlopen worden beschermd tegen exploitatie van de waterkracht.

DAK VAN EUROPA

Enkele van de bekendste toeristische attracties van Noorwegen zijn de Noordkaap, het noordelijkste punt van het vasteland van Europa, de fjorden langs de westkust, de Samische cultuur in Finnmark, de prachtige, wilde kustlijn van Noord-Noorwegen en de gotische middeleeuwse Nidarosdom in Trondheim, het oudste kerkgebouw in Scandinavië. In dezelfde provincie ligt de bijzondere, oude kopermijnstad Røros en in het westen aan de kust vinden we Ålesund met zijn bijzondere Jugendstilbebouwing.

De Duitse architectonische erfenis uit de Hanzetijd op Bryggen in Bergen heeft de stad een plaats op de World Heritage List van UNESCO bezorgd. De hoofdstad Oslo met het koninklijk paleis, het Vigelandspark, de Akershus vesting en de Holmenkollschans zijn het beginpunt van de meeste reizen in Noorwegen, en de idyllische rotseilandjes langs de zuidkust horen tot het favoriete vakantieparadijs van de Noren.

Al sinds de vistochten van de Engelse zalmlords en de Europese bovenklasse naar Noorse zalmrivieren in de vorige eeuw, is visserij en vrijetijdsbesteding in de openlucht voor vele toeristen een attractie. De Noorse bergen, de nationale parken en het kustlandschap van Noord-Noorwegen worden veel bezocht door buitenlanders die een ongerepte natuur op prijs stellen.

HET DAGELIJKS LEVEN IN NOORWEGEN
Noren worden vaak als informeel en ongedwongen, maar enigszins gereserveerd beschouwd, en ze hebben een nauwe band met de natuur. De Noren laten zich bij hun vrijetijdsbesteding door de seizoenen leiden, dat wil zeggen dat ze hun activiteiten laten afhangen van de vraag of het zomer of winter is, maar Noren in alle leeftijden houden over het algemeen veel van beweging en actief bezig zijn en beoefenen de een of andere sport.

VRIJETIJDSBESTEDING
Over het algemeen kan men zeggen dat Noren lid zijn van veel organisaties: sportverenigingen, vrouwenorganisaties, organisaties op religieuze grondslag, politieke partijen, muziekkorpsen, humanitaire organisaties en amateurtheaters, om er een paar te noemen. De vrijwilligersorganisaties hebben de afgelopen 150 jaar een flinke aanzet gegeven tot verregaande maatschappelijke ontwikkelingen en spelen nog steeds een grote rol in de vormgeving van de Noorse maatschappij en het dagelijkse leven van de Noren.

Niettemin besteden de Noren ook veel tijd (5 uur per dag) aan verschillende media: kranten, internet, weekbladen, radio, bioscoop en tv. Noorwegen is een van de landen in de wereld waar de meeste kranten te koop zijn, met name regionale dagbladen.
De meeste Noren bezoeken de bioscoop en nemen deel aan sportmanifestaties. Daarna volgen bibliotheken, musea en theaters, musicals, cabaret. Vrouwen maken meer van het cultuuraanbod gebruik dan mannen en ze lezen ook meer.

De verstedelijking van de cultuur drijft de Noren de laatste jaren meer uit huis dan vroeger het geval was. Ze gaan vaker naar een restaurant, café en discotheek. Deze levensstijl wordt door de leeftijd bepaald, maar er is een duidelijke tendens dat ook ouderen aan het eind van de twintigste eeuw steeds meer vrije tijd buitenshuis doorbrengen. Wat de ontwikkeling van de sociale contacten betreft, is er – vergeleken met voorgaande decennia – sprake van meer alleenstaanden, minder burencontact en een duidelijke tendens tot een geringere deelname aan politieke partijen.
 
KUNST EN CULTUUR
Noorse kunst en cultuur worden in het buitenland vaak geassocieerd met een mengeling van de houtsnijkunst en dierenornamentiek uit de vikingtijd, met versiering van staafkerken, rozenschilderingen, volkskledij en klederdrachten en een eigen traditie op het gebied van volksmuziek, die in sommige milieus nog hoogtij viert. Bij dit beeld horen ook de wereldberoemde dramaturg Henrik Ibsen (1828-1906), de componist Edvard Grieg (1843-1907), de schilder Edvard Munch (1863-1944) en de Nobelprijswinnaar in de literatuur, Knut Hamsun (1859-1952). De ontwikkeling van de Noorse schilderkunst, muziek, literatuur en architectuur is uiteraard rijker en uitgebreider dan deze namen vertegenwoordigen.

De schilderkunst, die in de 17e en 18e eeuw voornamelijk uit kerkdecoraties bestond en werd beoefend door Duitse en Deense kunstenaars, vond zijn eigen, Noorse expressie in de landschapschilderingen van de 19e eeuw. Later kwamen naturalisten als Erik Werenskiold en Christian Krogh en expressionisten als Edvard Munch. In het midden van de 20eeeuw drukten persoonlijkheden als de Duitse immigrant Rolf Nesch en Kai Fjell hun stempel op de Noorse schilderkunst. Tegenwoordig doen onder andere Håkon Bleken, Knut Rose en Odd Nerdrum op uiteenlopende manieren nationaal en internationaal van zich spreken.

De nationale opstand tegen de unie met Zweden en het zoeken naar een Noorse identiteit bleken op tal van manieren de inspiratie en drijfkracht voor de Noorse cultuur in de 19e eeuw te zijn. Dat gold ook voor de muziek, waarbinnen de nationaal-romantische vioolvirtuoos Ole Bull grote invloed verwierf. Edvard Grieg maakt in zijn composities ook gebruik van klanken en harmonieën uit de volksmuziek. De internationaal bekendste moderne componist van dit moment is Arne Nordheim. Een groot aantal jonge solisten op het gebied van klassieke muziek en jazz heeft de afgelopen jaren in het internationale muziekleven van zich doen spreken, zoals o.a. Leif Ove Andsnes, Truls Mørk en Jan Garbarek.

Als de gouden eeuw in de Noorse literatuur wordt de periode tussen 1850 en 1900 beschouwd, toen Noorwegen namen als Henrik Ibsen, Bjørnstjerne Bjørnson (Nobelprijswinnaar en tekstschrijver van het Noorse volkslied), Camilla Collett, Amalie Skram en Knut Hamsun voortbracht.

Ibsen en Bjørnson worden samen met de schrijvers Jonas Lie en Alexander L. Kielland tot “de grote vier” van deze gouden eeuw gerekend. De schrijfster Sigrid Undset ontving in 1928 de Nobelprijs. Haar bekendste werk is de middeleeuwse roman “Kristin Lavransdatter”. De bekendste Noorse, internationaal erkende schrijvers van tegenwoordig zijn o.a. Jostein Gaarder en Erik Fosnes Hansen, die van zich hebben laten horen met respectievelijk “De wereld van Sofie” en “Koraal aan het einde van de reis”.
(Met dank aan de Noorse ambassade in Den Haag.)




Hieronder een aantal nuttige naslagwerken

Noorwegen voor gevorderden
In een serie persoonlijke observaties, geschreven in 2008 en 2009 gunt Henk Brugman de lezer een blik in zijn wereld in Noorwegen.
Een wereld waarin hij zich steeds meer thuis voelt in Noorwegen en tussen de Noren.
Op het moment dat hij zich tot Noor laat naturaliseren wordt hij even overvallen door twijfel. Maar beseft al snel dat hij met een Noors paspoort zijn Hollandse roots niet hoeft te verloochenen.

 
Dit is de tweede bundel met columns van Brugman.
 

Een leven in Noorwegen
Henk Brugman woont in een dorpje bij Trondheim. In zijn columns gunt hij ons een blik in zijn wereld en die om hem heen. Waar hij staat weet hij vaak zelf niet. Is hij een geintegreerde nederlander die noorse gebruiken heeft overgenomen, of staat hij met verwondering aan de kant te kijken naar hoe het er in Noorwegen aan toe gaat? Hoe gaat hij om met de taalproblemen die hij ontmoet, wat vindt hij van de noorse tradities en gewoontes? Een boek vol verbazing, verwondering en vertwijfeling.



Woordenboek Nederlands-Noors-Nederlands
Het enige complete woordenboek Nederlands-Noors-Nederlands. Ligt op tafel bij iedereen die naar Noorwegen emigreert of wil emigreren.

Emigreren naar Noorwegen
Emigreren is populair. Veel mensen lopen met de gedachte rond om hun dromen elders waar te maken. Een emigratie organiseer je echter niet even snel op een zondagmiddag. Er zijn duizend en een dingen waar u aan moet denken. Dit boek geeft u een duidelijk inzicht in alles wat er om de hoek komt kijken bij een emigratie naar Noorwegen.
Dit boek is mede tot stand gekomen met de hulp van norsk.nl.

Typisch Nedernoors
Direct na aankomst in zijn nieuwe vaderland Noorwegen, in het voorjaar van 2004, schreef Hans den Dikken ruim anderhalf jaar lang een wekelijkse column over zijn wederwaardigheden voor de website norsk.nl. Deze columns zijn nu bijeengebracht in Typisch Nedernoors. De Noorse lezers konden zijn columns in vertaling meelezen in het regionale dagblad. Ze werden er erg populair, onder meer omdat ze de Noren een spiegel voorhielden.

Hollandse bergen
Steeds meer Nederlanders verlaten hun vaderland, op zoek naar een beter leven elders in Europa. Journaliste Rosa Koelemeijer was een van hen: met man en baby vertrok ze naar Italië. Maar hoe goed het leven er ook was, emigreren bleek veel ingewikkelder dan ze had gedacht. Kon je je in een ander land wel net zo thuis voelen als in Nederland? Bleef je als emigrant niet altijd een buitenstaander? Waarom was integreren zo lastig? Koelemeijer wilde weten hoe andere emigranten dat deden en zocht hen op her en der in Europa, waaronder Noorwegen.



Op reis naar Anderland
Dit lees- en doeboek is bedoeld voor kinderen die voor een jaar of langer naar het buitenland gaan of na verloop van tijd naar Nederland of Vlaanderen terugkeren. Het geeft hun de gelegenheid om zelf iets te lezen, op te schrijven en te doen als voorbereiding op de grote sprong naar een ander land. Kinderen vanaf een jaar of 7 kunnen er zelfstandig mee aan de slag.